Avignon op het programma

Het is dag drie, woensdag 2 augustus. Merkbaar is toch wel dat de nachten in augustus al behoorlijk afkoelen. Netty in haar inferieure zakje heeft van de kou nauwelijks geslapen. Alle grote, ‘de moeitewaard’ kledingstukken zijn in het donker uit haar tas getrokken en op het dek toegevoegd. Nog te koud. Kees weigert zijn klaszak uit te lenen. Derhalve wel Koene maar niet de ‘koene’ ridder. Zij die wel slapen doen dat tot negen uur. Avignon op het programma. Veertig kilometer N-W-richting.

Eerst ontbeten, een ferme eerste duik in het meer en een fikse lunch gebruikt alvorens de tocht aan te vangen. Onderweg veel platanen en vooral veel Mistral wind op stormkracht. Geen zeldzaam verschijnsel in deze omgeving zoals blijkt uit vernoemde tenten, Mistral-sport, –In de achtertuin van paus Avignongroenten, – benzine, -kleding en -jacks.

In Avignon

Netty en Marja raken geïmponeerd en voelen zich al rap gecultuurschokt. Kees niet. Hij was in 1986 al ondersteboven en kan niet aan de gang blijven. Alles went, ook wat mooi en oud is. Een drukke maar gezellige winkelpromenade. Achter de ingangspoort tegenover het station, het plein van de republiek met zijn uitnodigende terrasjes (dit laten wij ons geen twee keer zeggen) en een imposant pauspaleis met een fantastische achtertuin. Vanuit die achtertuin, die vrij hooggelegen is aangelegd, kan rondom van de stad worden weggekeken. Uitzichten op de Mont Ventoux. De Rhône, de beroemde Pont d ’Avignon en nog wat oude gebouwen. Ook de oude ommuurde stad is vanuit deze positie in één à twee oogopslagen te bewonderen. Doen wij ook natuurlijk. Dat bespaart ons een hoop voetenwerk. Dikke kuiten en vermoeide voeten krijgen we toch wel. We slenteren nog wat, nemen een tussendoortje van 150 frank en genieten van muzikale- en theaterpresentaties op het pleintje voor de voordeur van de al lang geleden overleden paus.

“Zullen we in Avignon blijven eten?” ”Nee, is wat te duur.” We besluiten een restaurantje ‘on the road’ te nemen. Het motief is tweeledig:
1. Het zal eenvoudiger zijn om in het donker naar de camping te rijden en
2. we rekenen op een ‘Mama‘ die ons een sublieme maaltijd bereidt in verhouding tot een smal beursje. We zullen in ruil thuis de ‘Mama’ om haar kookkunst de hemel in prijzen. Het thuisfront zal ‘Mama’ voor haar verdere leven vrijwaren van zorgen. Klandizie verzekerd. Al met al een reden er eens iets van te bakken.
Hoe anders zal het een en ander uitpakken. Ons wordt een kool gestoofd, en wat voor één. Onze gebrekkige kennis van het Frans wordt ons noodlottig. Netty’s schuld. Zij kan ons redden. Toereikende kennis voor menukaartenvertaling. Echter, zij concentreert zich op andere zaken. Het kwaad is geschied. Prakkie van het huis. Een 100-frank menuutje: voorgerecht, hoofdgerecht, kaasplankje en een kinderijsje. Over smaken wordt wat geredetwist maar we zijn het er over eens dat behoudens het hoofdgerecht de maaltijd verantwoord is geconstrueerd. Ook de zit is erg lang. Geen probleem, ware het niet dat Kees z’n voeten (zeer warmgelopen in Avignon) naar verkoeling snakken. Ook het ijsje zal z’n tenen niet bereiken.
Netty met de edele delen van de kokNee, de echte deceptie zit hem in het hoofdgerecht. De drie borden naderen de tafel. Een stilleven van afgehakte delen met een vage afkomst ontvouwt zich. Speculaties nemen een aanvang. Netty die al snel besluit hier geen hap van te nuttigen neemt het voortouw en maakt wat vergelijkingen met de edele delen van de kok, ja weet ze zelfs zodanig te rangschikken dat het aannemelijk wordt. De gemaakte foto zal het anatomische bewijs moeten leveren.
Marja, die nog een beetje moed heeft, komt met haar positivisme niet verder dan twee happen uit de drillerige massa en gooit het bijltje erbij neer. Kees, die z’n les uit het verleden van buiten kent en dus vastbesloten is de maaltijd tot een goed einde te brengen, haalt ook de bodem van zijn bord niet. Hij raakt gedemotiveerd omdat elke verbale mokerslag en een nieuw gecomponeerd stilleven van Netty zijn maag doet wentelen.
Al met al is het een geslaagde maaltijd. Hebben we niet gegeten voor 100 frank dan hebben we er wel voor gelachen. Merci gezegd, geen fooi, au revoir. Wij weg.
Restant vijftien kilometer. Te veel wijn naar binnen gegutst. Aardedonker, geen maan, geen lamp, de sterren onze gids en op naar de camping.

Het was een prachtige dag. Moe en voldaan stoten wij ons laatste daggereutel uit. De nieuwe dag brengt ons naar Marseille en de Middellandse zee.

Volgende aflevering: 5. Marseille we komen er aan

Vorige afleveringen:

1. Waar was jij in de zomer van 1989?
2. Op weg naar La Roque d’Antheron
3. Dwars door de Lubéron
4. Avignon op het programma

 

2018-10-29T13:06:46+01:00

Over de auteur:

Een oud reisverslag uit 1989. Mijn vriend Kees is ziek. Ernstig ziek. Ooit gingen wij een keer op vakantie naar Zuid-Frankrijk. Kees die toen al graag schreef, heeft daar onze belevenissen opgetekend. Ik vond het verslag laatst op de zolder. Met veel plezier hebben we het verhaal in Vlissingen, waar hij nu woont, samen met zijn vrouw teruggelezen. Nu Kees niet lang meer te leven heeft, ook al hoop ik nog steeds op een wonder, hebben we besloten dit verhaal met jullie te delen. Het was een doodgewone vakantie maar toch buitengewoon, gekeken door de ogen van Kees.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.