Toen we nog niet over geluk spraken had ik een kolenhok vol met woorden. In die tijd gingen we allemaal aan het gas en Groningen stak nog met een prettige bolling boven de horizon uit.
Daar zaten we dus ineens met een leeg kolenhok, wat moet je daar nu mee?
Ik schreef ik af en toe nog weleens een gedicht en dacht dat het misschien wel handig zou zijn hiervoor wat materiaal voorhanden te hebben.
Na zo hier en daar wat te hebben geïnformeerd en gebladerd in het telefoonboek heb ik gebeld met de firma Dikke van Dale & Zonen en ja … zij konden wel leveren en nog wel onder gunstige voorwaarden ook nog.
Binnen een paar dagen reed er een vrachtwagen voor die het hok propvol stortte.
Gekozen had ik voor woorden, losse letters waren wel wat voordeliger maar het gemak dient de mens tenslotte. Ook kon je wel hele zinnen kopen en hoewel de verleiding groot was heb ik het toch maar niet gedaan, het gaat dan toch teveel op instant dichten lijken en dat was toen nog niet echt geaccepteerd. Alleen surrealistische dichters experimenteerden ermee, maar het bleek toch niet meer te zijn dan een windvlaag in de tijd. En buiten dat, je weet natuurlijk nooit wat ze aan minder goede stoffen in zo’n kant en klaar product toevoegen.
Zo een kolenhok vol woorden is toch wel een prettig gevoel. Als ik wilde dichten schepte ik zo’n oude kolenkit vol, strooide het uit over tafel en begon ze in een mooie volgorde te leggen;
steunend liep hij
de trap op, juten zakken
over zijn schouder
een winter warmte
zei hij, zijn blauwe ogen
straalden in het zwart
paard en wagen
reed klepperend de straat uit
zwart gruis morsend
© nico 041017
Geef een reactie