In de WW (deel 3)
Vorige keer vertelde ik u hoe de UWV-coach opperde of ik niet mijn hobby te gelde kon maken.
Mijn hobby is het organiseren van dinertjes bij mij thuis. Ik vertelde de coach dat ik niet in het bezit was van de juiste horecapapieren. Gelukkig is daar een potje voor waar 50-plussers aanspraak op kunnen maken, vertelde de coach. Een scholingsvoucher van 1000 euro. Die heb ik gelijk aangevraagd èn gekregen. Ik koos voor een snelle manier om de papiertjes te verkrijgen, te weten drie dagcursussen voor Sociale Hygiëne, Hygiënecode HACCP en de Allergenentraining. Zo, die heb ik in m’n zak!
Na een onderzoeksperiode, met het schrijven van een ondernemingsplan, begint de startperiode. Dat houdt in dat ik een half jaar het opstarten van een eigen bedrijf mag uitproberen, wel met 29% minder uitkering.
Maar een half jaar geen sollicitatieplicht, dat geeft veel rust, want daarvan raakte ik bijna in een depressie.
Inschrijven bij de Kamer van Koophandel, met een BTW-nummer, informatie inwinnen bij een accountant en … leuk om te doen: een visitekaartje ontwerpen en een folder schrijven.
Nu snap ik wel dat je met een huiskamerrestaurantje niet genoeg inkomen kan krijgen. Maar ik heb nog meer plannen, misschien een vorm van catering, een combinatie van begeleiding bieden aan huis en koken. Koken op locatie. Er is van alles mogelijk.
Maar eens met de gemeente gaan praten, wat is er mogelijk, wat heb ik nodig. Dat was nu eens echt van een koude kermis thuiskomen … allemaal leuk en aardig, maar het mag gewoon niet. Punt.
Ik vind het hoopvol dat er steeds meer een deeleconomie ontstaat. Initiatieven als airbnb, airdnd, snappcar, peerby enz. Ik begrijp dat voor dit soort nieuwe initiatieven nog geen regels zijn, maar dit is toch de toekomst? We kunnen toch niet op de oude voet door blijven gaan? De aarde raakt op.
Het mag niet, in mijn woonplaats, er is geen horecabestemming op ons pand, laat staan een drankvergunning. Maar ik wil helemaal geen restaurant.
Mensen schuiven bij ons aan en eten mee en doen een bijdrage in de kosten. Het is geen concurrentie voor de plaatselijke horeca, ik kan maximaal acht mensen hebben, en wat ik serveer kun je in mijn woonplaats niet krijgen.
Maar het mag niet.
Wordt vervolgd …
Geef een reactie