Dag zeven, zondag 16 augustus. Tent leeghalen. Mieren uitroeien. Ze zullen het weten. Een beetje Marja pesten, kom toch … boeten zullen ze!! Verder beloven we ons een rustdag. Hoewel … rust. We willen gewoon een dag zonder veel kilometers. Lekker gezellig op de camping, een beetje zwemmen in het meer, een enerverend potje tennis, af en toe wat vegeteren en de dag besluiten met een intiem etentje in Aix en Provence. Aix ligt op twintig kilometer van de camping, dat is te doen.
Het tennis bereikt een leuk niveau. Zelfs Kees die, hoewel zelf niet getalenteerd, kan bogen op redelijk veel ervaring, beleeft er plezier aan.
De ladies liggen ’s middags aan het meer terwijl Kees zich tijdrovend bezighoudt met het schrijven van het Romeinse verslag. Een hele klus, dat moet maar eens gezegd. Maar …. wat mot dat mot. Bovendien heeft Kees er ogenschijnlijk een hobbyistisch plezier in.
Zoals gezegd, een rustdag. De dag verloopt geruisloos, niets spectaculairs. Daar schrijf je niet over. Alles moet verzonnen worden. Just a routin day. Maaltijden, zon, gezelschap.de droogte. Alles stationair tot …. de avond.
Naar Aix
Heet overtreft ruimschoots onze verwachtingen. In de nog warme avond vallen wij in de armen van de stad die zich niet voor niets het Parijs van het zuiden noemt. De schrijver is weliswaar nog nooit in Parijs geweest maar is zo onder de indruk dat hij het bewijs niet hoeft. Hij gelooft. Als een rechtgeaarde katholiek neemt hij het aan zonder zich zelf te overtuigen. Waarom zou hij ook. Je gelooft immers wat je wilt geloven. Je houdt de mythe in stand, daar werk je aan. Niet aan een ontgoochelende ontmaskering.
We zien schitterend geplataande boulevards. Zeker die ene die wij bewandelen. Het verkeer, dat daar normaal doorheen spuit (de eerbiedloze Fransen), is de toegang ontzegd. Een plaatsvervangende markt met allerlei nijverheidskunst en -kitsch bewoont de boulevard. De uitstalling is eindeloos gevarieerd. Gebrek aan geld en laadcapaciteit weerhouden ons van buitensporig koopgedrag.
We duiken de stad in. Een kronkelend doolhof. Eethuisjes en andere culinaire uitspanninkjes zoals ijs-, koffie- en dranksalons met veelal schitterende gevels en soms nog fraaier personeel lopen als een rode draad door deze prachtige stad. We strijken neer op een alleraardigst pleintje voor een fantastische maaltijd.
Netty kijkt bedenkelijk, angstig als zij is voor een herhaling van Sénas met zijn onsmakelijke, drillerige testikels. Het valt gelukkig mee. Het vlees, de pastis, de witte wijn, de vis, de meloen, de rode wijn, het bier, de cognac, de koffie en de aardbeien, wij laten het ons allemaal goed bekomen. Hoe onze magen, lever en darmen dat oplossen is ons verder een rotzorg.
Het aanvullend digestief komt tot ons in de vorm van als postduiven neerstrijkende musici. Mooie deuntjes vergemakkelijken de malende beweging van de kaken. Wij blijven rustig zitten. De tafels dansen. De pot gaat rond, de munten als mais gevoerd. Dankbaar roekoekoerend fladderen zij dan op om elders de bek met mais in te laten strooien.
Al met al is het een roerige avond waar we maar moeilijk van los kunnen komen. Nog maar eens wandelen. We trekken ons op aan de rode draad en laten ons de stad uit leiden. Terug op de boulevard trakteren we elkaar uit de huishoudpot op een ijsje, nemen nog wat deel aan de pantoffelparade en sturen rond middernacht tentwaarts.
Kees wint nog even de hoofdprijs van de dag. Hij was de gehele dag al niet voor 100% in overeenstemming met zijn maag-darmkanaal. Hij is wat overeten. Het nachtelijke bochtenwerk door de rest. Zijn lot is getrokken. Hij wint een etentje. Hetzelfde als vanavond enkel in tegenovergestelde richting. Mazzel tof … twee etentjes. Onverwachts stuurt hij met een noodgang de berm in. Stormt naar buiten en gooit zijn ijsje, de koffie en het nagerecht geluidvol de nacht in. De meisjes hebben dit keer geen last van ‘zien eten, doet eten’. Zij krijgen geen honger. Op de camping eet Kees af. Daar doet hij het hoofd- en voorgerecht.
We willen morgen opbreken en dik 100 kilometer oostwaarts een nieuwe plek zoeken. Dichter bij de Grand Canyon-du-Verdon. Een ander goddelijk stukje Frankrijk. Meer natuur, minder monumenten. Anders dus. Even afwachten of Kees wel of niet vervoerbaar is. Anders gewoon een dag later.
Ja, en waar praten c.q. ouwehoeren we zoal over als we ergens zitten te eten. We lachen ons kapot. Die Netty, dat is een droge. Haar grappen gaan als mitrailleurvuur over tafel. Kees en Marja zoeken dekking beneden het maaiveld teneinde buikkrampen te voorkomen.
De aard van de grappen? Het heeft geen zin ze na te vertellen. Ook elke grap, opmerking en leuk moment zijn het leukst op de hun vastgestelde tijden en locaties. Trachten ze te reproduceren is een risicovolle onderneming. De glans is kwetsbaar. Tot morgen.
Volgende aflevering: 10. Verhuizen naar St. Laurent du Verdon
Vorige afleveringen:
Geef een reactie